Collectie

Al veel langer woonden er mensen in Aardenburg. Maar pas in de Romeinse tijd kwamen er op deze plek voor het eerst indrukwekkende gebouwen te staan. Van die Romeinse eeuwen merken we nog steeds veel in onze cultuur, denk bijvoorbeeld maar aan onze kalender of ons alfabet. En archeologen vinden nu nog steeds sporen uit de Romeinse tijd in de bodem van Aardenburg. Er zijn bijvoorbeeld ongeveer 500 muntstukken gevonden, vooral uit de 2de en 3de eeuw, maar er zijn ook toiletartikelen, sieraden, potten, godenbeeldjes en onderdelen van paardentuig opgegraven.

Romeinse verdedigingslinie

Aardenburg lag aan zee en op een zandrug, de hoogste plek in de omgeving. Rond 170 na Christus bouwt het Romeinse leger hier een fort (castellum) als onderdeel van de Romeinse verdedigingslinie langs de kust. Bij het fort ontstaat een kampdorp (vicus) dat waarschijnlijk Rodanum heet. Rond 300 na Christus vertrekken de Romeinen weer vanwege invallen van Germanen en overstromingen.

Het dagelijks leven in Romeins Aardenburg

Veel sporen van het kampdorp in Aardenburg hebben we niet. Daarom zijn de objecten die archeologen gevonden hebben zo bijzonder. Sieraden, kommen en kruiken, kinderschoenen, alle andere voorwerpen: ze vertellen ons iets over het dagelijkse leven in Rodanum. Net als wij doen de inwoners in de Romeinse tijd boodschappen bij de lokale handelaar, gaan ze naar feestjes en willen ze er goed uitzien.

• De gevonden voorwerpen tonen aan dat de Romeinen heel goed allerlei materialen kunnen bewerken. Zo is been een beetje het plastic van de Romeinse wereld. Het wordt gebruikt om alledaagse voorwerpen te maken, zoals haarspelden en kammen.
• De meeste kleding is van wol of linnen. Armere vrouwen dragen een onderkleed of tuniek van wol of linnen. Rijke vrouwen maken zelf geen kleren en dragen soms kleren van stoffen uit verre landen, zoals zijde uit China of katoen uit India.
• Op school leren de kinderen tellen en schrijven. De Romeinen spreken Latijn.
• De Romeinen gebruiken heel veel zout, omdat gezouten voedsel langer bewaard blijft. Eten bewaren, dat doen ze in dolia. Dat zijn grote voorraadpotten die ze half of helemaal ingraven. Voor het vervoer van vruchten, olijfolie, vissaus en wijn gebruiken ze meestal amforen.
• De huizen van rijke Romeinen hebben vaak dezelfde indeling: door de voordeur kom je in de hal met in het midden een vijvertje. Achter in het huis is er vaak een tuin met zuilen. Veel huizen in Aardenburg worden in de Romeinse tijd nog gebouwd in hout en leem. Het dak is bedekt met stro en riet, later met dakpannen. Mensen en dieren leven er onder hetzelfde dak en veel ruimte is er niet.
• Voor de Romeinen dient kunst vooral om je huis of tuin te versieren. In hun versieringen laten ze zich sterk inspireren door de Griekse cultuur. Ze nemen ook het geloof in de Griekse goden over, maar ze geven die goden een Latijnse naam. Veel goden hebben een dier als symbool of als gezel.
• In de Romeinse cultuur, en zeker ook in het leger, is hygiëne heel belangrijk. De soldaten moeten zich goed kunnen wassen en lekker ruiken. Toch hebben ze in het kamp geen badkamer. Ze hebben iets veel beters: een badhuis. Dat is een plek om je te wassen, maar ook om te trainen, te spelen, vrienden te ontmoeten, iets te eten en je te ontspannen. Zo’n badhuis heeft verschillende ruimten voor koude en warme baden.

Kom een kijkje nemen in Museum Cultuurforum Aardenburg en beleef als een echte Romein de tijd van het Romeinse Rijk!